Een paar dagen in de Piemontese Alpen wandelen. Dat was het plan in de zomer van 2015. We verheugden ons er enorm op. De uitdaging, de mooie natuur, de verrassende valleien en natuurlijk de prachtige uitzichten. Wandelbroek en –schoenen, een goede rugzak en een uitgewerkt plan gingen mee op vakantie. Een gebroken voet gooide roet in het eten. Ik mocht er zes weken niet op staan; laat staan erop lopen. De zomer werd doorgebracht zittend in een stoel met het boek ‘Marina Bellezza’, geschreven door Silvia Avallone. Bij toeval belandde ik dus toch in de bergen. De bergen ten noorden van Biella, vanaf Turijn een klein uur rijden naar het noorden.
De schrijfster vertelt in ‘Marina Bellezza’ het verhaal van Marina, Andrea en Elsa en situeert het in haar geboortestreek, de provincie Biella. Plaatsnamen als Biella, Piedicavallo, Andorno Micca, Pralungo, Burcina, Camandona, Sacro Monte di Oropa, Riabella en omgeving zijn er op een nieuwsgierig makende manier beschreven. Een gebied dat doorsneden wordt door de rivier Cervo; met de stad Biella in het zuiden en het bergdorpje Piedicavallo in het noorden. Een wens om deze Valle Cervo te bezoeken was geboren.
Bed & Breakfast Casa Joop ligt niet ver van deze vallei en dorpen en werd ons vertrekpunt voor een bezoek aan dit deel van noordelijk Piemonte. De B&B is eigendom van de Nederlandse Astrid van Leeuwen, die hier circa acht jaar geleden neerstreek met haar man Joop. Beiden deelden de liefde voor de wandelsport en de bergen. Bergen, waar Joop vlak na de aankoop van een Piemontese boerderij verongelukte. Een enorm drama. Het noopte haar hun droom alleen voort te zetten. En met succes. Casa Joop is een goede uitvalsbasis voor wie in de valleien en/of juist in de bergen wil wandelen. Astrid van Leeuwen kan je daar goed bij adviseren. Wij gingen dus met haar wandelen in de buurt van Piedicavallo, woonplaats van Marina en Elsa uit het bewuste boek en voor veel wandelaars beginpunt van meer en minder uitdagende bergtochten.
Casa Joop ligt in een gehucht (Tamagno) net buiten het dorp Magnano, een dorpje met heel smalle straten. Onze auto kon er maar net doorheen. Vanuit de bed & breakfast kan direct gewandeld worden. De wandelroute ‘Grande Traversata del Biellese’ komt langs Magnano en de oude pelgrimsroute van Canterbury naar Rome, de Via Francigena, passeert dit gebied. Casa Joop heeft drie tweepersoons slaapkamers met elk een goede badkamer. De kamers zijn zeer verzorgd ingericht. Aan alles is gedacht: genoeg kastruimte, prettige handdoeken, hoge en lage slaapkussens, een wekker, koffie, thee, horren voor de ramen tegen de muggen, een ruim terras en genoeg ruimte om je in de buitenruimte terug te trekken met bij voorbeeld een boek.
Met eigenaresse Astrid liepen wij een dagtocht van Piedicavallo over ‘mulattiere’ (voormalige bergpaden voor lastdieren) door de bergen naar het dorp Montesinaro. Astrid zorgde goed voor ons: broodjes voor de lunch, muggenspul en zonnebrandcrème mee. Het tempo paste ze aan onze capaciteiten aan. Het was een tocht door de bossen en naar boven de boomgrens, over bergpaden, rotsblokken en springend van steen naar steen door bergstromen. Op de top kregen we onze beloning van hard werken: een werkelijk magnifiek uitzicht. Het weer werkte ook mee: een strak blauwe frisse berglucht. Op de top hadden we onze broodjeslunch. Zowel lunch als uitzicht hoefden we met niemand te delen. Dus rust en stilte. In de zomer lopen op deze plek wilde paarden, maar in mei kan het er soms nog sneeuwen; wat een paar dagen later ook geschiedde.
Op de weg naar beneden kwamen we langs een tiental oude huisjes met kerk. Alleen te voet te bereiken en waarschijnlijk alleen in de zomerweekenden in gebruik door mensen uit de stad. Uit Biella, Ivrea of misschien wel Turijn. Stromend water komt er uit de bron en één huis heeft elektriciteit dankzij een zonnepaneel op het dak. Alles dus vrij basic. Astrid vertelde dat er vorig jaar een bruiloft werd gevierd toen ze er langs wandelde. Met mooie kleding en hoge hakken, bloemen en lekker eten en drinken. Op circa 1000 meter hoogte. En alleen te voet te bereiken. Een wandeling vanuit Montesinaro van zeker een uur omhoog. Aangekomen in Montesinaro was een lift naar het hoger gelegen Piedicavallo om de auto te halen vlot geregeld. Net als in het boek ‘Marina Bellezza’ lijkt er in die dorpjes weinig te gebeuren. Men aanschouwt die vreemde wandelaar. Wat stuurs, maar niet onvriendelijk. Rustig is het zeker op een doordeweekse dag in mei, het voorseizoen. In de zomer zijn er meer wandelaars.
Behalve wandelen zijn er genoeg andere activiteiten te ondernemen. Zo bezochten wij op weg naar Casa Joop het ten zuiden hiervan gelegen Castello Massino bij het dorpje Caravino. Een middeleeuws kasteel, dat duizend jaar in het bezit is geweest van dezelfde familie. Totdat de laatste eigenaar kinderloos stierf en zijn weduwe naar Milaan verhuisde. De familie was geparenteerd aan het koninklijk huis. Een van de koninginnen van Savoye had er zelfs haar eigen appartement en ook de ambassadeuren van Spanje en Oostenrijk hadden er een ‘slaapkamer’. Het kasteel is sinds een paar jaar bezit van de FAI (Fondo Ambiente Italiano), een non-profit organisatie die het behoud van bijzondere gebouwen nastreeft. FAI restaureert het complex dat lang te lijden heeft gehad aan achterstallig onderhoud. Vanuit het kasteel heb je een mooi uitzicht over de omringende laaglanden met onder andere rijstvelden aan de ene en aan de andere kant de Alpen, waaronder de Monte Rosa. Het kasteel is twee keer per jaar gastheer van een grote prestigieuze tuinbeurs en heeft zelf ook een mooie tuin. Er is een doolhof van beukenhagen (vooral leuk voor kinderen) en naast het kasteel staat een museum met de rijtuigen van de oorspronkelijke bewoners.
Een paar van de meest bijzondere ‘Sacri Monti’ zijn in dit noordelijke deel van Piemonte te vinden. Deze ‘heilige bergen’ bestaan uit groepen kapellen en andere aan het christelijke geloof gewijde gebouwen, die in de 16de en 17de eeuw tegen een berg/heuvel zijn gebouwd. Naast hun symbolische en religieuze functie zijn het ook mooie plekken om te bezoeken. De gebouwen vormen er één geheel met de omliggende natuur. In de kapellen staan groepen levensgrote beelden, gemaakt door meer en minder bekende beeldhouwers uit die tijd. Elke kapel verbeeldt een andere scene uit het christelijke geloof. Iets ten noorden van Casa Joop staat de Sacro Monte di Oropa (op 1150 meter hoogte). Daar staat vooral het leven van Maria centraal. Via smalle wegen rij je op dit enorme en indrukwekkende complex aan. Oropa ligt in een natuurpark en boven het complex is een kabelbaan, die je hoger de bergen in brengt. Je kan natuurlijk ook te voet verder.
Deze ‘bergen’ zijn gebouwd toen een pelgrimstocht naar Jeruzalem te gevaarlijk werd doordat Jeruzalem toen in handen van de turken was. Om tegemoet te komen aan de behoefte naar een alternatieve pelgrimage kwamen toen deze heilige bergen, nieuwe Jeruzalems. De Sacri Monti staan op de UNESCO Werelderfgoed lijst. Andere zijn in Belmonte, Crea, Domodossola, Ghiffa, Orta en Varallo.
Het per auto in een twintigtal minuten te bereiken stadje Biella is een leuk bezoek. Ooit was het een van de rijkste steden van Italië. Rijk geworden met de textielindustrie, mogelijk gemaakt door de wol van schapen en het overvloedig aanwezige water. Nu staan veel van de gebouwen waar vroeger de weverijen van de textielindustrie stonden leeg. Het belang van de textielindustrie zie je nog wel terug in de aanwezigheid van producenten van wollen kleding. Het luxueuze en succesvolle mannenkledingbedrijf Ermengildo Zegna heeft er ten noorden van Biella haar hoofdkantoor. Net als veel andere Italiaanse steden en stadjes heeft ook Biella een boven- en een benedenstad. De bovenstad dateert uit de middeleeuwen en kan te voet, maar ook met een funicolare (treintje) bereikt worden. Een plek om doorheen te flaneren en de historie in je op te nemen. De Duomo en het Baptisterium zijn een bezoek waard. Op marktdagen komt elke Italiaanse stad tot leven en zijn dan extra leuk om te bezoeken. In Biella zijn er meerdere marktdagen. Daarnaast wordt elke week buiten het centrum een grote markt gehouden. Astrid kan je er meer over vertellen.
De paar dagen bij Casa Joop zijn omgevlogen. Er is nog zoveel te bezoeken en te zien. Zo hadden we Ivrea nog willen bezoeken. Ivrea ligt slechts twintig minuten van Casa Joop. Ivrea is vooral bekend om haar carnaval dat op een bijzondere manier wordt gevierd: met een sinaasappelgevecht. Dit gebruik is ontstaan in de middeleeuwen, toen de adel de bevolking vlak voor de vastentijd bonen schonk. Die bonen gooide men verontwaardigd op de grond. Later werd het een gewoonte om de bonen naar elkaar toe te gooien. En in de loop der tijd zijn die bonen vervangen door sinaasappels. Nu strijdt het volk in negen teams met carnaval tegen de adel, die zich dan verplaatst op houten karren. Na drie dagen is de stad vergeven van de kapot gegooide sinaasappels. Voor een bezoek zijn speciale maatregelen, zoals een beschermend masker en plastic kleding wel zo handig. Overigens is Ivrea als stad op zich al het bezoeken waard. Dus ook in andere jaargetijden. Het heeft een indrukwekkend kasteel en een mooie Duomo. En op 7 juli viert Ivrea het festival van San Savino met een paardenmarkt en paardenshows.
Ten noorden van Ivrea zijn een paar kleine mooie meren, ontstaan in de ijsstijd. Het Lago di Viverone, gelegen ten zuiden van Casa Joop, schijnt nog meer een bezoek waard. Natuurlijk kan je er wandelen, maar voor wie niet wil wandelen kan er dobberen op het water en onderwijl genietend van de zon. Of op een terras genieten van een ‘aperitivo’. Ook zijn er meerdere mooie golfcourses in de directe omgeving van Casa Joop. Net buiten Magnano ligt Villa Flecchia, eigendom van FAI. Een villa dat eens het buitenhuis was van vermogende Torinesi en vooral bezocht wordt wegens de collectie Piemontese schilderkunst uit de 19de en twintigste eeuw (open vanaf 8 juni elke zaterdag en zondag, toegang gratis). Astrid van Leeuwen van Casa Joop kent de streek goed en heeft nog veel meer tips; voor ieders smaak en wens.