De dagen voor kerst is de Italiaanse vrouw druk met het doen van inkopen voor het familie eten met kerst. Waar je de dagen voor kerst in ieder geval niet omheen kan in Noord-Italië is de panettone, een van oorsprong typisch Milanese zoete tulband. Vanaf 1900 gebakken door bakkers en banketbakkers in Milaan, maar tegenwoordig overal (fabrieksmatig geproduceerd) in Italië. In de cake tref je gekonfijt fruit, sinaasappel, ceder en/of rozijnen. Maar soms ook chocolade en peer of met moscato. De panettone zijn ingepakt als een bijzonder cadeau; om het nog aanlokkelijker te maken. De naam ‘Panettone’ is een merk en zodoende ook officieel geregistreerd. Alleen panettone die voldoen aan de vereisten mogen deze naam voeren.
In een recente krantenadvertentie van Eataly (‘Slow Food’-supermarkt) werd uit de Italiaanse krant Corriere Della Sera van 14 december jl. geciteerd waar de perfecte panettone aan moet voldoen.
De “regole” – regels zijn:
– Een goede panettone moet ruiken naar boter, licht naar vanille en stukjes citrusvruchten. De cake mag niet droog zijn, maar licht vochtig en veerkrachtig;
– Wanneer de korst erg donker is, is de panettone waarschijnlijk te lang gebakken en kan een bittere smaak hebben. Wanneer de korst echter te licht is, kan het binnenste van de cake nog niet gaar zijn;
– Gekonfijte vruchten en rozijnen zijn overvloedig aanwezig en gelijkelijk over de cake verdeeld. De beste rozijnen zijn licht van kleur, zoet en een beetje zurig;
– De insnede: Aan de bovenkant heeft de ronde cake een kruisvormige insnede, met een mes aangebracht voordat de cake de oven ingaat;
– Het rijzen van de cake, de “alveolatura”: De gaatjes die tijdens de gisting zijn ontstaan en die bij het aansnijden van de panettone zichtbaar worden. De gaatjes moeten rond en niet langwerpig zijn.
– Wanneer de panettone vier maanden ‘over de datum’ is: niet meer eten.
Wanneer je deze punten meeneemt bij de aanschaf van een panettone, moet je wel een goede en lekkere panettone treffen.